Hoe kan ik een grasvoet voorkomen?
Het nieuwe veulenseizoen is volop aan de gang. Wanneer de geboorte en de eerste levensdagen goed verlopen zijn, is de meest stresserende periode achter de rug. Toch is het belangrijk om de groei en de gezondheid van je veulen gedurende de eerste maanden van dichtbij te volgen en snel in te grijpen waar nodig.
Een blok- of grasvoet is een vrij frequent voorkomende aandoening die we voornamelijk zien bij jonge, snelgroeiende veulens van enkele weken oud (2-8m). Door die snelle groei wordt de diepe buigpees als het ware te kort vergeleken met de rest van het lidmaat, waardoor er tractie ontstaat op het hoefbeen. Een grasvoet ontwikkelt typisch bij veulens die steeds met hetzelfde voetje naar voor staan bij het grazen, waarbij de voet die naar achter geplaatst wordt kan ontwikkelen tot grasvoet. De teen van deze voet gaat sneller afslijten en de hielen slijten onvoldoende waardoor het typische uitzicht ontstaat van een grasvoet: een nauwe voet met een zeer steile voorzijde, een afgesleten teen en zeer hoge hielen.
Blokvoeten kunnen aan een of beide voorbenen voorkomen maar slechts zelden aan de achterbenen. Typisch is de ene voet meer aangetast dan de andere. Het is van groot belang deze standafwijking tijdig te onderkennen. In een vroeg stadium is dit immers gemakkelijk te corrigeren. Een eerste stap in de behandeling is het voeder rantsoeneren: verhinderen dat de veulens mee eten van het krachtvoer van de merrie en geen energierijk voeder aan het veulen aanbieden. Een tweede belangrijke component van de behandeling is correctief bekappen. Vraag aan de hoefsmid om regelmatig langs te komen om de hielen bij te vijlen. Eventueel kan hij een schoentje kleven of een ijzertje plaatsen om de teen te beschermen. We combineren dit dikwijls met een lichte pijnstilling met onstekingsremmers om er zeker van te zijn dat de veulentjes volledig kunnen steunen op de voet. Indien dit onvoldoende effect heeft, zal de hoefsmid een ijzer met verlengde teen plaatsen (een snavelijzer). De verlengde teen zal dan als hefboom werken om de diepe buigpees uit te rekken. Als je de afwijking vroeg opgemerkt en aldus behandelt, is dit een garantie op succes.
Indien de afwijking echter niet tijdig wordt opgemerkt gaat deze progressief erger worden. Op vrij korte termijn kunnen deze veulens op de tippen van de tenen gaan lopen en moeilijkheden krijgen om recht te komen. In deze gevallen is chirurgisch ingrijpen dikwijls de enige optie. Hierbij wordt het ligament dat de diepe buigpees verbindt met de pijp (distale checkligament) doorgesneden waardoor de buigpees kan uitrekken.
Deze chirurgie wordt altijd gecombineerd met aangepast beslag, aanpassingen in het voederschema en gecontroleerd stapwerk. Het doorsnijden van dit ligament heeft geen invloed op een latere sportcarrière, maar kan in sommige gevallen wel een litteken nalaten. Voorkomen is dus beter dan genezen.